Pasen, Pinksteren, Kerstmis, Nieuwjaar, feestdagen zijn er genoeg. En als het geen feestdag is, dan is er altijd wel iemand of een organisatie die er een dag van maakt. Zo hebben we Secretaressedag, de Dag van de Arbeid, noem ze allemaal maar op. Elke dag is het wel een dag.
21 april, het kan je bijna niet ontgaan zijn, was het wereldvismigratiedag. Op de radio was een interview te horen met de ‘Director of Strategy and Developement’ van de World Fish Migration Foundation, de Nederlander Herman Wanningen. Hij had het over het motto van de World Fish Migration Foundation: Connecting Fish, Rivers and People. Ik probeerde er in gedachten een voorstelling van te maken, maar ik kwam niet verder dan een groepje mannen in maatpak die in een peperduur kantoorpand zich de naad uit hun broek zaten te lachen om al dat subsidiegeld dat ze te besteden hadden. Ik zag ook goedwillende vrijwilligers met schepnetjes stekelbaarsjes uit een sloot vissen, om ze met gevaar voor eigen leven naar een andere sloot, aan de overkant van een provinciale weg te brengen. Ik besefte, mijn gedachten overdenkend, dat het treurig gesteld met mijn vertrouwen in de mensheid. Was het maar morgen dacht ik, 22 april: de Dag van de Aarde. Daar moet toch iets positiefs over te schrijven zijn.
Later die dag heb ik toch nog mijn bijdrage aan wereldvismigratiedag geleverd. Ik verhuisde een lekkerbekje en een pond kibbeling (met saus) van de viskraam op de Markt naar ons thuis. De wroeging die ik had over mijn negatieve gedachten werd hiermee gestild. Mijn honger trouwens.