Het jaar zit er alweer bijna op. Zoals ieder jaar verschenen er afgelopen maand weer tientallen lijstjes met de beste, de slechtste, de leukste, de meest irritante enzovoort huppeldepup van het jaar.

Ik heb ze eens zitten bekijken en ben tot de conclusie gekomen dat ik het niet met alle uitkomsten eens ben. Gelukkig. Hieronder mijn commentaar op een paar van deze lijstjes.

Als tekstschrijver houd ik me natuurlijk bezig met de woorden van 2015. Twee instellingen schrijven jaarlijks een verkiezing uit voor het Woord van het Jaar: Van Dale (van het woordenboek) en het Genootschap Onze Taal. Bij beide won het woord ‘sjoemelsoftware’ de verkiezing. Tamelijk teleurstellend vind ik deze keuze. Volkswagen is er misschien twee weken mee in het nieuws geweest, daarna ging de storm weer liggen en adverteert VW vrolijk verder met slogans als “Je verwacht meer als je in een Volkswagen rijdt”. Meer uitstoot, ja. Gelukkig is de slogan uit 2014 niet meer te lezen: “Je zal er maar een hebben…”

Overigens stonden er meer teleurstellende woorden bij de nominaties: “Je suis…”, waarom zou je nou een Franse zinssnede verkiezen tot Nederlands woord van het jaar?

Mijn woord van het jaar is ‘Economisme’. GroenLinks voorman Jesse Klaver introduceerde deze term om aan te geven dat tegenwoordig veel problemen in termen van geld worden bekeken en behandeld. Neem het vluchtelingenprobleem (alleen dat woord al, het grootste probleem is kennelijk dat wij vluchtelingen moeten opvangen en niet dat er mensen vluchten omdat ze in levensgevaar verkeren of een erbarmelijk bestaan lijden). Voor ons is dat een probleem omdat het geld kost. We lossen het op – of denken het op te lossen – door een paar miljard richting Turkije te schuiven in de hoop dat ze daar menswaardige kampen opzetten en geen vluchtelingen meer doorsturen. Maar goed, ander lijstje.

Het Stomste Woord van het Jaar is ‘me’, volgens de Nederlandse bevolking. Wederom heel teleurstellend. ‘Me’, gebruikt in zinnen als “nou breekt me klomp”, is helemaal niet stom. Het is gewoon dialect dat bijvoorbeeld in Amsterdam gesproken wordt. Het enige stomme aan ‘me’ is, dat het is gekozen tot stomste woord.

Als ik een stomste woord moest kiezen, dan werd het ‘participatiesamenleving’, twee jaar geleden nog Woord van het Jaar. Het is een andere benaming voor het wegbezuinigen van de zorg onder het mom van ‘de mensen kansen te bieden om zelf hun leven en hun toekomst vorm te geven’.

Ik wil ook alvast mijn inzending voor het Woord van het Jaar 2016 bekend maken, hoewel ik nog twijfel tussen twee opties:
De verwildersing van de samenleving (spreekt voor zich, denk ik) en rutten. Rutten is een werkwoord en betekent zoveel als: met een big smile alle problemen op het bordje van een ander schuiven.

Vrolijk Kerstfeest, gelukkig Nieuwjaar.