Hoe doen ze dat toch, echte schrijvers? Ik zit hier op vakantie een boekje te lezen van Wim Daniëls, waarin hij onder andere fietstochten door het Brabantse land beschrijft. Het zijn mooie verhaaltjes, luchtig geschreven met de van Daniëls bekende milde humor en gelardeerd met zijn taalkundige commentaar. Maar ik vraag me af hoe hij dat doet.
Hoe onthoudt hij wat hem opvalt of invalt tijdens die fietstochten? Ik heb daar zelf namelijk veel moeite mee. In de jaren dat ik dagelijks 10 kilometer naar en van mijn werk heb moeten fietsen heb ik onderweg misschien wel duizend liedteksten, gedichten en verhaallijntjes verzonnen. Helaas zijn die grotendeels verloren gegaan. Eenmaal aangekomen op de plaats van bestemming, mijn werk of thuis, was ik de verzonnen tekst namelijk steevast weer vergeten. Tijdens wandelingen met of zonder hond, tijdens het douchen, tijdens autoritten, overal eigenlijk waar ik niet direct iets op kon schrijven, gebeurde vaak precies hetzelfde.
Ik ben een tijdlang consequent met een blocnote en een pen op pad gegaan, maar alsof de duvel ermee speelde: in die periode kreeg ik geen enkel idee. Onlangs heb ik zo’n dicteerapparaatje aangeschaft, met een soortgelijk gevolg. Ik kreeg wel ideeën, maar wel steeds als ik bij de slager of de bakker stond of door een drukke winkelstraat liep. En dan ga ik echt niet in zo’n apparaatje staan praten. Mede gezien de aard van de ideeën die ik meestal krijg zou ik me kapot schamen. Of ik kreeg een inval als het wel rustig was om me heen, maar dan waren de batterijen van dat apparaatje weer leeg. Daarom moet ik toch eens aan Wim Daniëls vragen hoe hij dat doet. Nu nog onthouden dat ik dat moet vragen.