Streektaal
Regelmatig schrijf ik artikelen voor een magazine, waarvoor ik mensen uit het hele land moet interviewen. Die interviews leveren aardige inzichten op over de verschillen die er weldegelijk blijken te bestaan tussen de diverse regio’s.
Interview ik een Brabander, dan is het voor mij als geboren en getogen Brabander simpel: ik versta de geïnterviewde en weet wanneer hij een grapje maakt of serieus is. Spreek ik iemand uit de Randstad, dan wordt het al ingewikkelder. Verstaan gaat nog wel, maar het valt soms niet mee om te ontdekken of iemand iets nou serieus bedoelt of niet. Gelukkig lachen Randstedelingen vaak om hun eigen grappen, zodat het meestal wel goed komt.
Noorderlingen zijn vaak extreem kort van stof. Stel je geen open vragen dan krijg je ook echt ‘ja’ of ‘nee’ als antwoord op je vraag, gevolgd door stilte. Stel je wel een open vraag, dan nog blijft het antwoord vaak beperkt tot uitdrukkingen als ‘mooi’ of ‘interessant’. Voordeel bij noorderlingen is wel, dat je artikel sneller is uitgetypt, omdat je bij ieder werkwoord de laatste ‘e’ kunt weglaten.
Friezen en Limburgers zijn niet alleen geografisch extremen. Hun talen zijn voor mij compleet onverstaanbaar. Als ik een Fries of een Limburger interview probeer ik enkele termen op te vangen waar geen apart Fries of Limburgs woord voor bestaat en om die termen heen schrijf ik vervolgens een artikel. Geen idee of wat ik opschrijf dan overeenkomt met wat de geïnterviewde heeft gezegd, maar tot nu toe zijn mijn artikelen altijd goedgekeurd. Misschien zegt dat meer over de werkelijke belangstelling van de geïnterviewde voor het eindresultaat dan over mijn vaardigheden. Wie zal het zeggen? En in welk dialect?